(C) Global Voices This story was originally published by Global Voices and is unaltered. . . . . . . . . . . In Nepal blijven boerengezinnen altijd met elkaar hun bedrijf trouw [1] ['Nepali Times'] Date: 2024-06-13 21:48:38+02:00 Dit verhaal werd oorspronkelijk gepubliceerd door Durga Rana Magar in de Nepali Times. Een bewerkte versie is opnieuw uitgegeven door Global Voices, als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst. Zoals veel Nepalezen vertrok Surendra Dhami vanuit zijn genboortedorp in het Darchula District in de Nepalese provincie Sudurpashchim naar Maleisië, in de hoop om zijn gezin een beter leven te bezorgen. Maar na een paar maanden keerde hij terug, omdat het werk en het loon niet strookten met de beloften van de ronselaar. Maar in Darchula waren er geen banen en met werken in de landbouw in de ruige, dorre bergen, zou hij zijn gezin ook niet kunnen voeden. Daarom eimigreerde Dhami, 36, met andere boerenbedrijven in de bergen, met zijn gezin naar de Tarai, om zich te vestigen in het dorp Gharkheda in de plattelandsgemeente Chure in het district Kailali . Dat was een goede zet. Vorig jaar verkocht hij 10.000 kilo sinaasappelen, waarbij Surendra en zijn vrouw zich toelegden op de verkoop van verschillende soorten groenten. “Tot nu toe kunnen we met onze landbouw rondkomen. In ieder geval hebben we het beter dan in Darchula,” vertelt de 30-jarige Bhaka Dhami. Bij de buren Krishna Devi Kandel en haar man Devendra, werken alle vijf kinderen op de boerderij. Door besmetting groeien hun sinaasappelbomen niet goed, en heeft te weinig regen de oogsten aangetast. “Wij beschikken niet over irrigatie en het heeft niet zoals gebruikelijk geregend”, vertelt Devendra. In het dorp Chure wonen veel gezinnen die komen uit Darchula, Baitadi en andere bergdistricten uit het noorden. Maar zelfs hier heeft de onvoorspelbare regenval door de klimaatcrisis de landbouw geteisterd. Diversificatie van gewassen is de beste manier om hiermee om te gaan. Nadat haar sinaasappelbomen waren gestorven, ging Pabitra Sapkota over op groenten. “De tomaten die mijn zoon in deze kas heeft geplant, zijn bijna rijp”, zegt ze, met een bosje mosterdgroenten in haar hand. Het Chure-gebergte in het westen bereikt een hoogte tot 2.500 meter, maar in het oosten zijn de bergen tot 500 meter hoog. Het is het meest recente, laagste en kwetsbaarste van de plooien van het Himalaya-gebergte, waarbij als eerste de bergkammen uit de vlaktes oprijzen. De Chure strekt zich uit over 37 van de 77 districten, van Jhapa in het oosten tot Kanchanpur in het westen. Het is een kwetsbaar gebied, waar ontbossing regelmatig aardverschuivingen en overstromingen heeft veroorzaakt. “Het stroomgebied in het Chure-gebergte verslechtert, met regelmatig droogteperiodes, waardoor de productiviteit in de landbouw verder achteruitgaat”, volgens Sushmita Dhakal, namens de President Chure Terai-Madhes Conservation Development Board. Een van de manieren waarbij migranten uit het Chure-gebergte zich aanpassen aan de crisis, is door middel van familiale landbouw, zonder ingehuurde arbeiders. Dit voor meer voedselzekerheid, voeding en bescherming van het milieu. De Verenigde Naties hebben de periode 2019 tot 2028 uitgeroepen tot het “Decennium Familiale Landbouw”, ter behoud van de traditionele landbouwmethoden, meer betrokkenheid van jongeren, de erkenning van leiderschap door vrouwen, alsmede het promoten van duurzame landbouw en betere leefomstandigheden. Daarmee zijn de gezinnen door het toepassen van familiale landbouw beter opgewassen tegen de klimaatcrisis door diversificatie van de gewassen. Het is bovendien een remedie tegen commerciële intensieve landbouwmethoden, waar kunstmest en pesticides worden gebruikt. Op een zeker moment was 80 procent van de Nepalezen afhankelijk van de landbouw, waarvan het merendeel familiale landbouwbedrijven. Maar dit cijfer is tot 62 procent teruggebracht. De landbouw beslaat nu nog maar ongeveer 25 procent van het bbp. Volgens landbouwdeskundigen kan de familiale landbouw de achteruitgang keren door de landbouw weer winstgevend te maken. Groentetelers uit het dorp Lisbeli bewijzen dit, want hun producten vinden in de steden in het westen van Nepal goede aftrek. Dammari Bhatta werkt met haar gezin aan haar moestuin en kiest ervoor om niemand in te huren. Met de kool, bloemkool en tomaten kan het gezin het hele jaar worden gevoed en wat over blijft verkoopt ze om haar kinderen onderwijs te laten volgen. Haar man, Madanraj Bhatta, heeft de leiding over de Lisbeli Farmers’ Group, die deze winter 1.700 kilo kool en 700 kilo tomaat heeft verkocht. In Lisbeli gebruikt niemand van de 30 gezinnen kunstmest, maar organische mest. Hierdoor zijn er ook minder plagen en ziekten van de gewassen, terwijl de bodemkwaliteit is hersteld. “Thuisbemesting zorgt voor een grotere oogst en een vruchtbaardere aarde”, zegt Manju Jagriti, voorheen leraar en nu fulltime boer. “Het hele gezin werkt in het boerenbedrijf en we doen alles samen”, vertelt hij vol trots. Familiale landbouw is niets nieuws in Nepal. Daar is het is het een traditionele methode bij het verbouwen van voedsel. Door de komst van commerciële partijen, waarbij bijvoorbeeld landbouwchemicaliën worden gebruikt, zijn veel gezinnen vertrokken. Maar velen gaan momenteel toch weer over op de traditionele methoden. Landbouwwetenschapper Binayak Bhandari wisselde van gedachten over deze trend: [END] --- [1] Url: https://nl.globalvoices.org/2024/06/in-nepal-blijven-boerengezinnen-altijd-met-elkaar-hun-bedrijf-trouw/ Published and (C) by Global Voices Content appears here under this condition or license: https://globalvoices.org/about/global-voices-attribution-policy/. via Magical.Fish Gopher News Feeds: gopher://magical.fish/1/feeds/news/globalvoices/